Zelflerenrapporteren - 2e druk
Voor de docent

Voor de docent

'Ik weet niet goed waar ik moet beginnen' en 'ik vind het lastig om de rode draad vast te houden' zijn twee verzuchtingen die ik vaak van mijn schrijfstudenten hoor. Dat is de reden dat Zelf leren rapporteren is opgebouwd rond de fasen van een efficiënt en effectief schrijfproces. Zoals de titel al verraad, focust deze methode op het schrijven van rapporten, maar in de zoektocht naar het ideale rapport passeren ook vele andere tekstsoorten de revue. Hierdoor is Zelf leren rapporteren ook als algemene schrijfcursus te gebruiken. In heldere stappen wordt uitgelegd hoe je een doel- en publiekgerichte tekst schrijft. Zelf leren rapporteren begint bij het begin: eerst een analyse maken van het doel en het publiek van je tekst, dan het denkwerk vervatten in een bouwplan en daarna pas uitschrijven. Je hebt als schrijver van een tekst met name twee eigenschappen nodig: analysevaardigheid en de wil je in te leven in je lezers. En daarnaast ook nog een derde eigenschap: zelfbeheersing. Zelfbeheersing om niet meteen achter de computer te kruipen en hele lappen tekst in te typen waarin jij, en vervolgens je lezers, verdwalen.

 

Nadruk op analyseren

Wat is kenmerkend voor Zelf leren rapporteren? Allereerst dat de nadruk ligt op de analyse. Waarom schrijf je deze tekst, wat ga je precies beantwoorden en hoe ga je dat doen? De student krijgt handige schema’s aangereikt per type centrale vraag (adviserend, beschrijvend, beoordelend, verklarend of voorspellend), maar wordt ook uitgedaagd om zelf schema’s voor tekstsoorten te ontwerpen. Schrijven is immers niet het klakkeloos invullen van vaste tekstschema’s, maar zindelijk nadenken. Lastig dus! Vooral de lastige analytische stappen in het schrijfproces worden voorzien van vele voorbeelden en uitgewerkte cases. Met name het aanscherpen van de centrale vraag, het maken van een bouwplan en het onderbouwen van beweringen staan volop in de schijnwerpers. Overigens komt in de voorbeelden zowel aan bod hoe het niet, als hoe het wél moet.

 

Oefenen, oefenen en oefenen

Ten tweede ligt de nadruk in Zelf leren rapporteren op oefenen, oefenen en oefenen. Hiermee verbetert de student stapsgewijs de eigen analyse- en schrijfvaardigheden. Elke oefening is voorzien van uitgebreide feedback en een modelantwoord waar de lezer zelfstandig mee uit de voeten moet kunnen. Eenvoudige en pittige oefeningen wisselen elkaar af en stimuleren de student om zich echt in de materie te verdiepen. Ook zijn, dankzij de mogelijkheden van de digitale leeromgeving, oefeningen opgenomen met een meer speels karakter: van het becommentariëren van een Koefnoenvideo tot het maken van testjes. Door middel van het studentvolgsysteem kan de docent de vorderingen van de student op de voet volgen.

 

Luchtig, overzichtelijk en simpel

Ten derde heb ik bewust gekozen voor een luchtige en toegankelijke schrijfstijl, waarin ik tegen de lezer 'aanpraat' alsof deze bij mij in een werkgroepruimte zit. Dat levert weliswaar een schrijfstijl op die niet representatief is voor een zakelijk rapport, maar die hopelijk wel uitnodigend is en gortdroog lesmateriaal vermijdt.

 

Tot slot heb ik mijn best gedaan de theorie zo overzichtelijk en simpel mogelijk te houden. Naast de rode draad waarom-wat-en-hoe? gaat Zelf leren rapporteren bijvoorbeeld in de analysefase van het schrijfproces uit van bovengenoemde vijf centrale vragen. Dezelfde typen staan vervolgens centraal in de bouwplanfase en in het argumentatietheoretisch gedeelte. Geen losse theorietjes kortom, maar een samenhangend geheel door de gehele methode heen.

 

Hoe deze training te gebruiken?

Hoe kan Zelf leren rapporteren het beste gebruikt worden? Zoals gezegd is de methode zo opgezet dat de student zo zelfstandig mogelijk door de stof heen kan komen. Maar dat zal de één natuurlijk beter afgaan dan de ander. De wat pittigere oefeningen lenen zich goed voor het maken en bespreken in een bijeenkomst met een docent. De studenten worden in sommige oefeningen ook expliciet uitgenodigd om uitwerkingen met elkaar uit te wisselen en te bespreken. Het is vanwege de samenhang in de stof aan te bevelen de blokken in de gegeven volgorde te doorlopen en de studenten zoveel mogelijk oefeningen te laten maken als binnen de cursusduur mogelijk is. Desondanks zal de docent - gezien de omvang van de methode - waarschijnlijk keuzes moeten maken welke hoofdstukken of paragrafen de student binnen een bepaalde module moet bestuderen. Zo kan voor de ene module het accent liggen op de basis en de diverse rapportonderdelen en in een andere op de argumentatievaardigheden (3.3). Om het de docent bij deze keuzes makkelijker te maken, heb ik twee overzichten opgenomen:

 

Overigens is de inhoud van Zelf leren rapporteren relevant gedurende de hele studie. Niet alleen de beginnende eerstejaars behoort tot de doelgroep van deze cursus, maar ook de student die met een afstudeerscriptie bezig is. Deze laatste zal nog vaak delen als naslagwerk raadplegen, zoals paragraaf 3.2, waarin alle rapportonderdelen - met voorbeelden - op een rijtje gezet worden.

 

Suggesties, vragen en opmerkingen over deze cursus zijn meer dan welkom en kunt u mailen naar mante@abcmante.nl. Veel succes gewenst met Zelf leren rapporteren!

 

Yolanda Mante, augustus 2016

Tip: deze website werkt wel op systemen met een smal scherm zoals een smartphone, maar je kunt hem beter gebruiken op een computer of tablet.

Hint: this website does work on a smartphone screen, but we recommend that you use a computer or tablet.